Als homo zijn een misdaad is

De man tegenover me komt uit Kameroen. Hij is suïcidaal, daarom wil ik hem met regelmaat zien, tot hij bij Artsen zonder Grenzen terecht kan. Zijn verhaal raakt me tot op het bot.

Hij komt uit een dorp in Islamitisch gebied in Kameroen. En hij is homo. Hij woonde alleen met zijn moeder. Hij heeft een vriend gehad, maar die is vermoord. Zijn moeder accepteerde hem, de rest van de familie en het dorp heeft hem verstoten. 

Op een dag komen ze hem halen, homo zijn is een ernstig strafbaar feit. Ze slaan hem met stokken. Zijn moeder komt uit het huis om hem te beschermen. Ook haar slaan ze en hij ziet haar neervallen. Hij wordt meegenomen en gevangen gezet. Daar hoort hij enkele dagen later dat zijn moeder is overleden.

Zijn tijd in de gevangenis is een hel. Hij wordt verkracht en gemarteld. Met behulp van een bewaarder ontsnapt hij. Mensensmokkelaars brengen hem naar Turkije. Vanuit daar komt hij op Lesbos.

De man weet zich geen raad. Hij wordt verteerd door schuldgevoel. Naar zijn idee zijn de dood van zijn vriend en moeder zijn schuld. Hij laat een brief zien waaruit blijkt dat hij vanwege homoseksualiteit wordt gezocht in zijn land van herkomst. Zijn familie zoekt hem ook met alle verkeerde intenties.

Ik houd zijn handen vast. De man is op deze wereld met als enig gezelschap schuld, angst en de wens te sterven.